Van Zijl advocatuur

Huurder moet bedrijfsruimte exploiteren ondanks verliezen


De Rotterdamse kantonrechter oordeelde in kort geding dat Marskramer het gehuurde winkelpand in een winkelcentrum in Ridderskerk moet exploiteren ondanks de verliesgevende resultaten.

Marskramer (onderdeel van het Blokker-concern) is op basis van de huurovereenkomst en de algemene bepalingen verplicht om het huurpand te exploiteren conform de Marskramer-formule en om het huurpand voor het publiek geopend te houden gedurende de reguliere openingstijden. Daarnaast is in de huurovereenkomst bepaalt dat Marskramer de winkelruimte mag onderverhuren aan andere concernonderdelen van Blokker, zoals Bart Smit, Xenos formule en Cook & Co formule. Voor onderverhuur aan andere is uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van verhuurder nodig.

De exploitatieverplichting van de huurder

De rechter oordeelde dat een verhuurder niet onder alle omstandigheden van zijn huurder kan vergen dat hij het gehuurde in gebruik houdt conform de in de huurovereenkomst overeengekomen bestemming. Indien de huurder bij de exploitatie van zijn onderneming aanzienlijke verliezen lijdt, kan onder omstandigheden het belang van de huurder bij staking van de exploitatie zodanig zo zwaar wegen, dat het belang van de verhuurder bij nakoming van de exploitatieverplichting hiervoor moet wijken.

De rechter oordeelt echter dat van een dergelijk zwaarwegend belang geen sprake was omdat Marskramer niet had aangetoond dat een aanvaardbare exploitatie van een Marskramer op deze locatie onmogelijk is. Daarbij kent de rechter gewicht toe aan het feit dat Marskramer bereid was om een financiële toelage aan Big Bazar te verstrekken, indien Big Bazar de exploitatie van het gehuurde zou overnemen. Een strategiewijzing van het Blokker-concern is niet een zwaarwegend belang en leidt ook niet tot onmogelijkheid om het huurpand te exploiteren, aldus de kantonrechter.

Voorkomen van leegstand, waardevermindering van belegging en afname van de bezoekersstroom wegen zwaarder

De kantonrechter overweegt dat de belangen van de verhuurder bij de exploitatieverplichting, zoals nadeligheid van leegstand voor de overige huurders, (beleggings)waardevermindering van het winkelcentrum en afname van de bezoekersstroom, zwaarder wegen.


Contact

Van Zijl advocatuur