Van Zijl advocatuur

Overdracht van de huurovereenkomst bij bedrijfsovername (Indeplaatsstelling)


De huurder van bedrijfsruimte kan zijn huurovereenkomst bij verkoop van de onderneming overdragen. Het uitgangspunt is dat daarvoor de toestemming van de verhuurder nodig is. Indien de verhuurder weigert om toestemming te geven, kan de huurder bij de kantonrechter vorderen dat hij gemachtigd wordt om een andere partij in zijn plaats te stellen. Deze zogenaamde “indeplaatsstelling” is aan een aantal strikte voorwaarden verbonden.

Overdracht en voortzetting van het bedrijf

In de eerste plaats moet sprake zijn van de overdracht en voortzetting van het bedrijf dat in het huurpand is gevestigd. Het gaat alleen om de bedrijfsactiviteiten die in het huurpand worden uitgeoefend. Het kan ook gaan om bedrijfsoverdracht binnen het concern of franchise van de huurder. Het is wel noodzakelijk dat het gehele bedrijf - dus inclusief goodwill, inventaris, voorraad en personeel - wordt overgedragen en dat de bedrijfsactiviteiten door de nieuwe huurder worden voortgezet.

Zwaarwichtig belang van de huurder

In de tweede plaats moet sprake zijn van een zwaarwichtig belang van de huurder bij de overdracht van het bedrijf. Meestal betreft het een financieel belang van de huurder. De huurder kan ook een machtiging tot indeplaatsstelling vorderen indien de verhuurder weigert om mee te werken om de huurovereenkomst over te dragen aan een B.V. of vennootschap onder firma die de huurder wil oprichten om zijn bedrijfsactiviteiten voort te zetten.

Voldoende financiële waarborgen nieuwe huurder

De rechter moet de vordering tot indeplaatsstelling afwijzen indien de nieuwe huurder niet voldoende waarborgen biedt om de (financiële) verplichtingen uit de huurovereenkomst en een behoorlijke bedrijfsvoering na te komen. In de praktijk wordt vaak afgesproken dat de bestaande huurder extra financiële waarborgen biedt. Dergelijke extra zekerheden kunnen ook worden verbonden aan de machtiging van de rechter.

Gevolgen van de indeplaatsstelling

De inhoud van de huurovereenkomst verandert niet. Alle rechten en verplichtingen uit de huurovereenkomst gaan over op de nieuwe huurder. Indien bijvoorbeeld een afnameverplichting of een voorkeursrecht van koop in de huurovereenkomst is opgenomen, geldt dit ook voor de nieuwe huurder.