Van Zijl advocatuur

Tijdelijke huurovereenkomst woonruimte of onbepaalde tijd?


Sinds de introductie van de huurovereenkomst van woonruimte voor (korte) bepaalde tijd doet zich geregeld de vraag voor of partijen een dergelijke tijdelijke huurovereenkomst hebben gesloten of dat sprake is van een "gewone" huurovereenkomst voor onbepaalde tijd (met minimale duur). In de praktijk blijkt dat de tekst van de huurovereenkomst soms onduidelijk is.

De bedoeling van partijen

In deze zaak waren partijen overgekomen dat "deze overeenkomst is aangegaan voor 6 maanden, ingaande op 01-07-2016 en eindigend op 31-12-2016". De kantonrechter oordeelde dat voor de beoordeling of sprake is van een huurovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd in de eerste plaats van belang is wat partijen bij het aangaan van de huurovereenkomst voor ogen stond. Daarbij komt betekenis toe aan de aard en duur van de overeenkomst en aan het gebruik van het gehuurde.

De kantonrechter leidt aan de correspondentie vóór het sluiten van de huurovereenkomst af dat partijen ervan uitgingen dat de huurovereenkomst niet van rechtswege zou eindigen na zes maanden. De kantonrechter concludeerde daarom dat sprake was van huurovereenkomst voor onbepaalde tijd (met een minimum periode van zes maanden).

Terughoudend omgaan met huurovereenkomst voor bepaalde tijd

Daarbij merkt de kantonrechter op dat in beginsel terughoudend dient te worden omgegaan bij de aanname van het bestaan van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd, omdat een huurder in een dergelijk geval geen huurbescherming geniet.

Toetsen huurprijs

In deze zaak moest de kantonrechter beoordelen of het verzoek van twee huurders om de redelijkheid van de overeengekomen huurprijs te toetsen tijdig was gedaan. Vóórdat de kantonrechter aan die vraag toe kwam, moest hij beoordelen of sprake was van een tijdelijke huurovereenkomst of een huurovereenkomst voor bepaalde tijd.

Bij een huurovereenkomst voor bepaalde tijd kan een verzoek tot toetsing van de redelijkheid van de huurprijs tot zes maanden na het einde van de huurovereenkomst worden ingediend. Bij een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd kan dat maar tot zes maanden na het begin van de huurovereenkomst.

Nu de kantonrechter in deze zaak oordeelde dat sprake was van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd, waren de huurders te laat om de huurprijs door de huurcommissie te laten toetsen.


Contact

Van Zijl advocatuur